Als je de hersenactiviteit meet op het moment dat iemand creatief bezig is,
dan kun je dat vergelijken met de interactie van het internet. De communicatie
tussen de verschillende hersenkwabben is enorm, alles is met alles verbonden.
Het enige wat we er zelf van merken is dat we op een gegeven moment een
briljant idee hebben bedacht, of een iets minder briljant idee……
In feite komt creativiteit zoals ik dat definieer, neer op het proces dat
leid tot nieuwe ideeën die waarde hebben, tot stand door de interactie van de
verschillende hersenenkwabben en het vanuit verschillende disciplines ervaren
van dingen.
Minder dan 350 gram wegen de hersenen van een pasgeboren baby. En ze zijn
al tot knappe prestaties in staat.
Ze herkennen stemmen en gezichten. Toch zijn de hersenen nog lang niet af.
Want autorijden of de krant lezen behoort nog niet tot de mogelijkheden.
Waarom komt een baby zo onaf op de wereld? Vroeger dachten onderzoekers dat
het lag aan tijdnood of onvoldoende ruimte in de baarmoeder. Maar inmiddels
weten we dat het ingewikkelder ligt. Babyhersenen moeten niet alleen nog
groeien, tot 3 a 4 keer hun omvang, ze worden in de eerste 20 jaar ook grondig
verbouwd. En gelukkig maar. Want doordat het babybrein nog zo sterk in
ontwikkeling is, kan het zich instellen op elke situatie.
Een extreem voorbeeld is een baby die blind is. De visuele hersenen in het
achterhoofd krijgen geen prikkels. De hersencentra van de resterende zintuigen
pikken de ruimte in. Blindgeboren kinderen kunnen zo een heel goede tastzin en
een scherp gehoor ontwikkelen.
Een babybrein ontwikkelt zich in een sneltreinvaart. De hersencellen laten
veel verbindingen groeien. Dat gaat min of meer lukraak. Via deze verbindingen
die kriskras door de hersenen lopen, stromen de prikkels van ogen, oren, mond,
neus en lichaam door elkaar. Baby’s ervaren de wereld nog als een grote wolk
van kleur, smaak, gevoel en geluid. Maar behalve groeien, beginnen de hersenen
ook al te snoeien. Massa’s verbindingen die zelden worden gebruikt, worden
ertussen uit geknipt. Zo knippen de hersenen zich op maat. Net zolang tot
ze een keurig onderscheid maken tussen kleuren, geluiden, temperaturen,
woorden, cijfers en de talloze associaties die ze hebben tussen al die
ervaringen. Als je naar een voorwerp kijkt, weet je hoe het voelt.
(En niet veel later leren kinderen wat goed en fout is. Wat wel en
niet mag. De tijd van interpretatie en bang zijn om iets verkeerd te doen dient
zich aan. Gevoelens van alleen zijn of er niet bij horen. Maar ook erkenning
zoals een zwemdiploma.)
In de latere kinderjaren is het op hersengebied relatief rustig. Pas
tijdens de pubertijd vinden er weer grote veranderingen plaats. De groei van de
grijze buitenlaag van de hersenen vertraagt dan. In die buitenlaag wordt de
informatie verwerkt en gebeurt het denkwerk. Als je de ontwikkeling van maand
tot maand volgt, zie je zelfs dat de dikte van de buitenlaag soms een tijdje
afneemt. Worden pubers dan bij vlagen dommer? Nee, zo simpel is het niet. De
denkkracht hangt niet alleen af van het aantal hersencellen, maar ook van de
kwaliteit van het weefsel. En daar werken puberhersenen hard aan. Door
beurtelings te groeien en snoeien, werkt het brein aan de intellectuele
eigenschappen van de toekomst. Tussen de 9de en 20ste jaar verliest een tiener
in de hersenschors de helft van zijn verbindingen. Vooral in het begin van de
pubertijd. Het verlies is ruim 30.000 hersenverbindingen per seconde. Door al
dat snoeien wordt het rustiger in het hoofd. Als ergens een knikker ligt, is er
niet meer zo snel de associatie met allerlei spelletjes die gedaan moeten
worden. Dus de prikkelgevoeligheid verdwijnt geleidelijk. En zo ontstaat ruimte
voor een binnenwereld. Pubers krijgen nu de ruimte om na te denken.
De grote werkzaamheden in de hersenen gebeuren vooral in de voorhoofdskwab.
Daar vind je bijvoorbeeld het centrum voor wiskunde, voor moraal,
impulscontrole en die voor medeleven. Verwacht op dat vlak van een tiener
daarom niet al te veel. Zich verplaatsen in anderen is bijvoorbeeld dan echt te
veel gevraagd. De verbindingen in de voorhoofdskwab hebben nog geen isolatielaagje.
Prikkels kunnen daardoor nog halverwege overspringen van de ene op de andere
verbinding. Het is net een telefoongesprek dat op de verkeerde lijn belandt. En
het proces gaat ook nog allemaal in een slakkengangetje. Alle informatie die
binnenkomt, is bij een puber 25 keer langer onderweg dan bij een volwassene.
Net als bij jonge kinderen hebben tieners veel slaap nodig, 10 uur zou mooi
zijn, maar dat halen ze meestal niet. Door de veranderingen in de hersenen van
pubers, en wel in de nucleus kern, verschuift het dagennachtritme. Ze
gaan daardoor later slapen en zijn in de ochtend hun bed niet uit te krijgen.
Het zou voor de leerprestaties beter zijn als de middelbare school een paar uur
later zou beginnen.
En de pubertijd geeft nog veel meer ongemak. Tieners zouden eigenlijk heel
ijverig huiswerk moeten maken om hun ontluikende voorhoofdskwab training te
geven. Maar de motivatie daarvoor ontbreekt vaak juist volledig. Dat komt
doordat het motivatiecentrum, die diep in onze hersenen verborgen ligt, tijdelijk
slecht zijn werk doet. Maar waarom heeft de natuur dat met die pubers niet wat
beter geregeld? Waarom is de voorhoofdskwab pas na je 20ste af?
De reden is, zo denken hersenonderzoekers, dat de hersenen wachten met het afbouwen
tot een kind de veilige cocon van het gezin verlaat. Pas als de puber zijn
eigen weg gaat, kunnen de hersenen peilen welk maatwerk nodig is. Welke sociale
codes gelden en welke capaciteiten nodig zijn. Het is belangrijk dat de
hersenen zich daarop kunnen instellen. Zomaar een standaardbrein is niet
toereikend voor mensen. Wij hebben behoefte aan een brein op maat. Wie in de
jungle leeft heeft hele andere hersenen nodig dan een Nederlander. Sterker nog,
iemand die in Nederland in een achterstandswijk opgroeit, daar gelden weer
andere eisen dan voor degene die zijn tienerjaren in het Gooi doorbrengt.